Ik zag hoe Martin en Koen elkaar minutieus en diep geconcentreerd de maat namen, en hoe Paul diep geconcentreerd en minutieus probeerde de aanvallende pogingen van Ron te neutraliseren. Ik dacht : tjonge, dit is geen ganzeborden of ‘mens-erger-je-niet’ meer, dit is echt schaak. Hogeschool-schaak! Daar ging dus vooral mijn aandacht naar uit.
Ok, Bert won van Ab, maar Bert stond al spoedig wat beter, en het had ook nog wel een klasse-potje kunnen worden als Ab niet pardoes een dame had weggegeven.
Ok, Peter bood dapper tegenstand tegen Frank, maar stond na zet 15 al duidelijk minder, verloor een pion bij zet 19, en ging in het eindspel rond zet 30 vrij geruisloos de mist in.
Ok, Herman’s opening ging nog wel redelijk, maar bij zet 17 gaf hij pardoes een paard weg, en kwam er daarna tegen Gerrit niet meer aan te pas.
Nee, in de twee eerstgenoemde partijen was het wederzijds langdurig wederzijds zwoegen, en zo op het oog zonder fouten. Daar moest ik dus vanavond vooral bij zijn.
Ik dacht: Academisch niveau. Dat dacht trouwens Koen ook: “Een heel knappe partij van mij èn Martin. Heel koel en geconcentreerd van ons beiden”. Ron dacht ook zoiets: “Trouwens, Koen is een aanwinst hoor! Die won wel prachtig zijn eindspel tegen Martin.”
Maar thuis bleek het computerprogramma er toch nog wat genuanceerder over te oordelen.
Koen sloeg tegen de Siciliaan van Martin al op de 4e zet, met Pd4xc6.
Even schoolmeesteren, misschien heeft het zin: Zelf vind ik dat niet zo logisch. Het versterkt het zwarte centrum, en drie zetten doen met een wit paard om het te ruilen met een zwart paard dat nog maar één zet gedaan heeft, kan niet sterk zijn. Mijn Powerbook geeft hier 174x : 5. c4 (altijd dus na een vroeg a6, en wel (let op Paul!! ) na eerst d2-d4! ) En 141 x 5. Pc3 En maar 1x : 5. Pxc6 “ Dus nu al: gelijkspel. Wat niet hoort eigenlijk.
Na zet 12. … d5
Koen : “12. …d5 met de koning nog op e8 was theoretisch natuurlijk vragen om problemen.”
13. exd5 cxd5 (…Pxd5 !?) 14. Lf3 (Txf6!) Le6 Ik stond te kijken en keek natuurlijk ook naar een kwaliteitsoffer op f6. Maar verwierp het. Want ik keek niet goed genoeg. Koen wel!
15. Txf6 !!! Hier voelde uw wepmeester zich dus een beetje euforisch worden. Natuurlijk. Toch! Het gaat om de dekking van d5! Leuk !!!15. … Lxf6 16. Pxd5 Lxd5 17. Lxd5 De7 alles geforceerd.
Koen: “15. Txf6 had hij gemist. 15. Txf6 was zeker correct, was zelfs nog beter geweest als ik het een zet eerder gespeeld had.”
18. Lc6+ ! ( Koen: “Wit stelt zelfs Lxa8 uit, ten faveure van koningsaanval.”) Kf8 19. Lxa8 Dxe3+ 20. Kh1 g6! (de beste) Alles is sinds zet 15 min of meer geforceerd. Maar ze zien het toch maar mooi allebei!
De kruitdamp is nu een beetje opgetrokken. Het kwaliteitsoffer was correct, maar al met al valt het effect toch een beetje tegen. (Koen: ” Het vervolg ging de menselijke geest wat te boven.” Inderdaad.) Wit staat een pion voor. Maar ongelijke lopers. Beiden moeten ook nog wel wat stukken verder activeren. Komodo geeft hier + 0.65. Licht voordeel voor wit dus. Er is enige compensatie voor die pion dus. En dan moet wit nu niet 21. Dd6 + spelen, maar bijv. Df3, of Ld5. Het gaat denk ik om het tempootje na Kg7, met aanval op de loper. Na 21. Dd6+ Kg7 geeft Komodo direct 0.00! Totaal gelijk.
Wint wit dan niet een tweede pion? 22. Dxa6
Nee, wegens 22. Lxb2 !! Wat spelen die jongens allebei goed!! Hogeschool!! Toch!? Ik word er blij van. Had Martin natuurlijk al eerder gezien! Na Txb2 is het immers mat! Met precies spel van beide kanten blijft het dus ongeveer gelijk. Tot zet 29.
29. Da6 ?? ‘Sla jij maar op e4 als je durft, dan pak ik f6! En dan kun je je sokken wel nummeren!’ Ik zag het gebeuren en dacht: Wat listig! Zelf was ik niet verder gekomen dan Dc6 om de loper op e4 te blijven dekken. En met inmiddels ook een groot respect voor Martin, die met de activiteit van zijn stukken toch inmiddels maar behoorlijk compensatie bleek te hebben.
Koen: “Ik had zelf gezien dat ik na 29. Qc6 Be5! ofwel (praktisch) mat ging, ofwel mijn a5-pion kwijtraakte, dit was mijn beweegreden voor het spelen van 29. Qa6!? “
Koen: ‘Echter ik blijk vervolgens na 29. Da6? Le5!! geen tijd te hebben om Bd3 of Bf3 te spelen want Rh4!! is dan meteen dodelijk. Moeilijk te zien en Martin zag de sequentie van eerst Be5! gevolgd door Rh4! dan ook niet.’ 29. … Td6? Na het nu gespeelde 30. Db5! (knap hoor) kan wit licht voordeel houden. Als hij tenminste daarna direct a5-a6 speelt, maar dat deed hij niet. Afgezien van 29. … Le5!! had zwart het met bijv. Ld8 of Dg5 in ieder geval ook nog wel gelijk kunnen houden. Maar dat is het na 30. Db5 Te6 31. Ld3? (a6!) ook.
Nu wordt het weer even zwaar zwoegen. Koen geeft de moed niet op, en Martin blijft actief spelen. Na zet 34. a6
doet Martin de lollige zet 34. … Df2.
Lollig, en dus verleidelijk, maar eigenlijk blijkt later dat mede hierdoor hij tenslotte toch de partij zal verliezen. Met 24. … Txf1+ 25. Lxf1 Dxc2 had hij zijn pion terug kunnen winnen, en waarschijnlijk ondanks de ver opgerukte witte a-pion toch remise kunnen bereiken.
35. Df3! Txf1+ 36. Lxf1 Dxf3 (Nu is 36. .. Dxc2 één zetje te laat 37. a7! Met promotie.) 37. gxf3
37. … Ld4! Nou win zoiets maar eens. Ik moest de volgende morgen vroeg op, dus ik wachtte het vervolg niet af. Zou wel remise worden. Werd het dus niet! Leek er nog lang op. Alles gaat voorlopig volgens het boekje.
Na zet 46 h3 :
Afgelopen week gaf ik een dergelijke stelling op Helena, met bloedend hart, remise.
Maar Koen gaat door. 46. h3 Lh2 47. c4! misschien toch nog?
47. … f5?? Koen: ‘Martin’s 47 …f5 bracht hem in de problemen, maar het was niet gemakkelijk te houden met die vrijpionnen en Martin had al praktisch de gehele partij zeer knap en inventief verdedigd.’ 48. c5! g4 veel beter is er niet meer 49. h4! Heel juist! Nu heeft wit aan twee kanten van het bord een vrijpion, en de zwarte vrijpionnen worden met Lf1 wel altijd tegengehouden. 49. … g3 50. Lf1 Lg1
51. h5! En die is nu niet meer tegen te houden zonder pion a6 vrijbaan te geven. Een mooi voorbeeld dat een eindspel met ongelijke lopers bijna altijd remise is, maar niet altijd! In dit geval belemmert pion c5 dat de zwarte loper het veld a7 bestrijkt , en is er ook sprake van twee ver uit elkaar liggende vrijpionnen. Een toevallig voordeel is ook nog dat de witte koning op d5 verhindert dat na 51. … f4 met 52. … Ld4 het promotieveld a8 wordt verdedigd. En na 51. …. Le3 om h6 te voorkomen speelt wit 52. c6
Met na bijv. 52. .. Kb6 de mogelijkheid om 53. Kd6 te spelen. Tegen al die verspreid op het bord dreigende vrijpionnen is zwart niet meer opgewassen. Martin geeft op.
Ik denk niet dat dit allemaal door Koen vantevoren bedacht is. Een en ander overkwam hem gewoon. Nee, toch nog net geen hogeschool, maar wel leerzaam en boeiend. En inderdaad ook mooi van Martin!
Paul verkoos weer zijn wonderbaarlijke c4, d3, e4 opstelling tegen de Siciliaan van Ron. Die tot mijn verbazing antwoordde met een c5, d6, e5 opstelling daar tegenover. Lekker spiegelbeeldig.
Hier kwamen toen absoluut nog geen gedachten bij me boven aan universitair gevormd schaak.
Maar bij Ron was het maar een tijdelijk euvel. Met 6. .. f5 en later 12. .. d5 maakte hij er snel een echte schaakstelling van. En stond daarna al wat beter. Ik vond het mooi om te zien hoe Ron heel langzaam en precies zijn voordeeltje omzet in een beetje aanval, en hoe Paul de dreiginkjes langdurig allemaal net binnen de perken weet te houden.
Na zet 22:
Hier kun je als witspeler toch best wat zenuwachtig van beginnen te worden. Hier geeft Komodo als beste 23. Tf2! om ruimte te maken voor 24. Pf1 En dan maar lekker in de defensie. Ik zou er nooit opgekomen zijn. Maar zwart staat ook dan wat beter.
Maar Paul probeert het minder defensief, met 23. g4. Wat niet echt veel uithaalt, in tegendeel, en na 23. … Pg6 wordt het nu echt linke soep voor wit.
Na zet 26:
Ron: “Dit moet je nu toch winnen zou je zo zeggen. Tja, dan kan Bert of Frank het hier maar beter overnemen, die beheersen dat kunstje dus beter dan ik.”
Na zet 29:
Ron wil koningsaanval, wil de dame op het bord houden, en doet daarom ten onrechte 29. … Dg3 wat niet erg opschiet. K. geeft hier als sterkste het simpele 29. … Dxd2 30. Txd2 b5 !! Want op cxb5 volgt c5-c4 !! en wit moet zijn pluspion bekopen met akelige pionnenstorm-dreiging in het centrum.
Wit wil graag de dames van het bord, hopend dat de druk dan afneemt. Het eerste lukt, het tweede niet. De koningsaanval is wel gesmoord, maar nu switcht zwart naar de damevleugel en begint daar te klieren. Ook niet lollig. Het blijft zwoegen voor Paul. En dat doet hij, heel geconcentreerd. En nu begint ook Ron moe te worden . En natuurlijk, wegens klokproblemen , ook haast te krijgen.
Als zwart nu de torens op de b-lijn dreigt te verdubbelen . met 35. … Tb7 ( en Te-b8 ) wordt het wel erg moeilijk voor wit. Ron: “En nu heeft slaan op a3 natuurlijk geen haast, Tb7 is logisch en sterk. Maar zelfs na 35…, bxa3 is het nog gewonnen.” Maar niet na 36. Pxa3 Lc8? En dan nu (of later) 37. Pb5!
Na zet 38:
Het zwarte voordeel is aanmerkelijk geslonken. Hij heeft twee lopers, maar wat kunnen die eigenlijk? En wit deed gewoon niet veel meer. Speelde bewust wat heen en weer en dacht: je komt maar, bedenk maar wat. En dat lukte dus niet. Want Ron zag geen goed plan meer. Hij noemt zich zelf in zijn mail-reactie “een blinde vink” en tijdens de partij zijn tegenstander luid grapjassend “nare man”. ‘Ik kom vervolgens alsnog gewonnen te staan, maar weet niet hoe. Zelfs in de slotstelling sta ik nog glad gewonnen.’ (ES: wellicht, maar ja ..… ) Na zet 45 is Ron eindelijk tevreden met remise. Hij staat nog steeds beter, maar hoe win je het? “ Maar ik was moe, had 6 minuten nog maar en gun die taaie Paul toch ook remise en het is maar zeer de vraag of ik het binnen de tijd had gered. Ik had leuk met hem geschaakt. “ Paul schrijft dienaangaande in zijn mail : “Volgens mij was het remise te houden, volgens Ron niet, maar die werd ook (luidruchtig) voorgezegd door Bacchus.”
Omdat ik deze week er twee dagen tussenuit was ( twee dagen bibberen in Oost-Nederland) en ook de komende dagen niet veel tijd heb, laat ik het deze week maar hierbij.
Met excuses aan de dappere strijders van de andere drie partijen.
Volgende keer beter.
Eindcorrectie moet nog plaats vinden.