Er was veel te beleven afgelopen maandag. In drie van de vier partijen gingen de witspelers fris en fruitig ten aanval. Maar bij alle drie bleek die activiteit hun tenslotte toch niet meer dan remise op te leveren. Nou ja, Bert won tenslotte toch nog per ongeluk van Gerrit, maar alleen omdat Gerrit in gelijke stelling een stuk verblunderde. Het rook tot dan toe naar remise.
Herman- Mathijs was een ander geval. Dat leverde het inmiddels vertrouwde beeld op. Wat Herman betreft. Hij speelde de opening heel netjes. Door een vingerfoutje kreeg Matthijs wel even wat mogelijkheden, maar al gauw kwamen die toch weer bij Herman terecht. En die bleef alsmaar degelijk spel vertonen. Interessant wordt de stelling bij zet 25.
Hier is 25. Pd2! een nuttige zet, en dan houdt wit wat voordeel. Nuttig omdat dat paard dan tenminste wat kan gaan doen, en de a-toren ook vrijheid van handelen krijgt. Bovendien is dat goed tegen stiekeme dreiging 25 …… Pg4 met dubbele aanval op f2 want dat kan dan even niet: 25. Pd2 Pg4? 26. Pxe4! en veld f2 is stevig gedekt en zwart verliest gewoon een pion. Herman speelt echter 25. a3? Een prima gedachte, ware het niet dat wit in ernstige problemen raakt na nu wel 25 …. Pg4! (wat Frank na afloop even fijntjes kwam demonstreren)
Gelukkig voor Herman miste Mathijs die mogelijkheid. 25. … b3? 26 Pd2! en wit heeft alsnog niets te klagen! En dat blijft zo. Veel later dan anders bezwijkt dan Herman ook nu toch weer. Pas op de 34e zet (!) gaat het dan ineens toch nog mis.
34. Ta2? Om diepzinnige redenen blijkt dit niet goed. Men kan hier niet van een blunder spreken, want de stelling is best behoorlijk moeilijk te doorgronden. Het gaat om ingewikkelde details. (Bijv. dat een toren op a2 t.z.t. door een paard op c3 kan worden aangevallen)
Prof Dr K geeft hier 34. Ke2!? en 34. c5 en 34. Ke1 en 34. h3 als mogelijkheden met gelijk spel.
Bijvoorbeeld:
34. Ke2 Pdf2 35. h3 Pe5 36. Ke3 met gelijk spel
34. Ke2 Pgf2 35. c5 met groot voor deel voor wit
34. Ke2 Pc3+ 35. Txc3 Txf2 36. Ke1 met voordeel voor wit
Mathijs verdient een compliment omdat hij na 34. Ta2? de weg vindt naar de winst. 34. …. Pdxf2! en hierna is wit inmiddels zo geschrokken dat zijn woning met nu echt ‘enige achterstand in onderhoud’ na enkele zwakkere zetten al gauw door Mathijs het bordje ‘onbewoonbaar verklaard’ opgespijkerd kan krijgen. 35. Ke1? Pd3+ 36. Kd2 Tf2+ en de toren op a2 gaat verloren. Wit geeft op.
Grimassen trekkend en grommend als een kwaaie beer uitte Ron tijdens zijn partij zijn onvrede over de onmogelijkheid om zijn hartewens te reraliseren, een lekkere aanvalspartij met een lollige eindcombinatie te gaan winnen, met wit, van Frank. Hij stond wel al gauw een beetje beter, maar na zet 19 is dat een beetje over. Dan maar over de volle breedte van het bord opstomen met de pionnen. Dankzij een wat mindere reactie van Frank bij zet 22 heeft dat wel een klein beetje succes, maar intussen zijn er wel veel lichte stukken van het bord verdwenen. Pas na zet 32. lukt het Ron dan toch nog wat reële aanknopingspunten te verwerven.
In zijn mail met zijn (wekelijkse) verzuchting dat hij nu toch echt beter stond, betwijfelt Ron of zijn strategie met eerder openen van de a-lijn (na b5 en axb5 en axb5 zie diagram) wel zo goed was. Maar het computerprogramma vindt dat wit hier nog flink beter staat. Wat niet alles zegt, want als we in de buurt van het eindspel geraken wil dat programma nog wel eens wat te optimistisch zijn voor de eigenaar van een stelling met wat winstoogmerken. Twee lekker op de rit zijnde pionnen op de damevleugel! Heel begrijpelijk dat wit hier 39. c6 speelt. Zouden we toch allemaal gedaan hebben hier? Maar Komodo vindt dat de fout! En inderdaad blijkt in het echte vervolg dat die ene vrijpion die resteert op c6 geen winst meer oplevert. Wat ook Frank aantoont.
46. ….. Dg3+ Die dame gaat leuke eeuwig schaak – plannetjes ten uitvoer brengen, en als dat niet lukt kan ze ook altijd nog weer terug naar het ‘stopveld’ c7. En als wit dan probeert met de dame naar b7 te reizen gaat zwart met Ke8 en Kd8 die dame met de koning dekken. Wit komt niet verder.
Wat ik grappig vond onderweg naar deze stelling was:
Ron suggereert in zijn mail ‘niet openen van de stelling’ met 33. b5, maar 33. Kg2, en torens op de h-lijn en snel h5!
Komodo vindt dat ook een goed plan, maar vindt ook 33. b5 best wel goed en geeft een grappige reactie op 33. Kg2, namelijk direct 33. … h6! want na 24. ….. gxh6 volgt 34. …. Th8! en de stand is gelijk, want de pion wordt teruggewonnen op h6. Dus dan maar 34. Th1 en inderdaad ook dan heeft wit voordeel. Maar 33. b5 is dus niet de misser, maar als hierboven al vermeld: 39. c6 !?
Het ging er echt Spaans aan toe bij Bert tegen Gerrit. Nou ja, tot zet 6. Daarna was het wederzijds improviseren. Bert probeerde met een Pd4-f5 en later f2-f4 en nog later f4-f5 leven in de brouwerij te brengen, en Gerrit probeerde zoveel mogelijk die bedoeling te dwarsbomen.
En dat lukte aardig. Bert leek het op een gegeven moment ook niet meer zo goed te weten.
Zwart heeft net Lg7-e5 gespeeld. Waarschijnlijk uit angst dat die loper met een f6 wordt opgesloten. En op het mooie veld e5 misschien geschikt is voor creëren van tegenkansen. Hoe moet wit nu verder? Als die witte pion van f5 naar f6 kan is er wel wat te bedenken. (Dd2, Dh6!) Maar dat kan nu nog niet. Ik denk dat Bert dacht: eerst maar even eventuele tegenkansen voor zwart eruit halen. Zien we daarna wel weer verder. 15. g3 ? Prof Dr K is niet zo ongerust over die tegenkansen en speelt dus 15. Le3, met licht voordeel voor wit. Na g3 ruikt Gerrit mogelijkheden: 15. … Pd4! En daarna 16. Dg2 c6! 17. Pe3 Pf6? (Om f5-f6 nog meer tegen te houden?) beter Pb5!?) 18. g4 aaaanvallluh! (Komodo vindt dat beter de loper op e5 eerst maar onschadelijk gemaakt moet worden : 18. Pc4!)
Na 18. g4 . Niemand kan dus nu zeggen dat Bert niet zijn best doet, of zich afvragen waar Bert zijn ‘killerinstinct’ is gebleven. Gerrit antwoordt met 18. ….. g6-g5 Dat leek me als toeschouwer een goede zet. Voorkomt even opening van lijnen. Dus het vertraagt de aanvalsbedoelingen van wit zeer. Dacht ik. Maar K. vindt het niet sterk genoeg. Die adviseert 18. ….gxf5!?. Daar kom je als mens toch niet op! Dat vraagt toch om gedonder! Een ander advies van K. : 18. … Kh8. Dat kan ik tenminste nog begrijpen. Daarna kan wellicht alsnog ooit …. gxf5. Maar na 18. … g5 volgde 19. Pc4! en wit krijgt eindelijk echt wat kansen. 19. …… h6! 20. Le3
20. …. c5 ? (De7!? Komodo geeft de voorkeur aan deze meer afwachtende aanpak) 21. h4!? Ik meen dat Bert na afloop hier zei dat hij eerst de loper op e5 had moeten pakken en daarna h4 spelen. Dat vindt K. ook. Maar h4 is ook niet slecht. Er doemen ook nu problemen op voor zwart. Gaat de witte aanvalsdrift nu resultaat hebben? 21. …. Ph7 Dat maakt de zaak er niet vrolijker op. (21. … Lf4. Ook niet lollig, maar wel wat beter) Wit staat goed! Maar vanaf nu zoekt wit zich een ongeluk naar de winnende varianten. Iedereen voelt aan zijn klompen aan dat die ergens moeten zitten. Maar waar?
Bij zet 28. is de situatie nog steeds zo.
Gerrit licht later toe dat hij na hxg5 hxg5 van plan was gewoon daar achterin maar wat heen en weer te gaan spelen. Kom maar op! Laat het maar zien. Ik blijf alle velden dekken. Bert schijnt het geloof in succes daar wat te verliezen. Wit switchte naar de damevleugel, misschien lukt het daar dan. Maar ook daar is dat niet eenvoudig.
Maar nu volgt ineens een heel onverwacht slot:
28. ….. Pa5 ??? ( Inventief! (29. Pxa5 Dxb6) ‘Leuk,stukken ruilen’ denkt Gerrit. Maar er zit een lelijke kink in de kabel) 29. Pd5!!! en zwart verliest het paard op a5 omdat de dame de dekking ervan moet opgeven. Een triest slot voor zwart die de hele avond zeer taai heeft verdedigd en toch echt altijd minstens een beetje in de buurt van remise heeft gezeten. In ieder geval het Bert heel moeilijk maakte.
Heel interessant vond ik Jos-Martin. Omdat Martin zijn ouwe paard van stal haalde: het Budapester gambiet. Omdat ik me daar ooit in verdiept heb. Voor wit en voor zwart. Omdat ik dus toevallig weet dat na 1. d4 Pf6 2. c4 e5 3. dxe5 Pg4 (3. … Pe4 zie je nooit meer tegenwoordig. Is ook minder.) de belangrijkste varianten zijn 4. Pf3 4. Lf4 en 4. e4 en natuurlijk …… Jos pakt het weer heel anders aan. Op een wijze die ik zelf nooit eerder in concreto op een bord of in een boek gezien heb. Op een wijze door mij nu niet nader te beschrijven. Want dat mag ik niet meer van Jos.
Het lijkt mij een veel te tamme aanpak. Maar ik zoek het gelijk op in mijn boek. Omdat ik toevallig een e-boek (Timothy Taylor, uitg. Every Man Chess) over de Budapester op mijn tablet heb staan en dus ter plekke bij me heb. Tot mijn verbazing staat het er wel in. Wel helemaal achterin. Niet zo belangrijk dus. Thuis zie ik dat het notabene zo ook wel in mijn database staat. Wel lager, maar toch! Vanavond kan ik dus mijn openingskennis verruimen! Bij Jos vraag je je altijd af of hij zoiets nu weet, of achter het bord zelf even verzint. Ik lees in mijn boek dat Jos waarschijnlijk weet waar hij mee bezig is, want de lijnen die hij uitzet staan precies zo in mijn boek. Martin weet het niet. Die doet het niet op z’n sterkst. (Ik heb hem intussen ingefluisterd wat vlg. het boekje het best is. Maar dat ga ik hier niet verklappen want dat is me verboden. Dat mogen immers de externe insluipers op onze website niet meekrijgen.)
Zoals het nu gaat staat zwart rond zet 11 duidelijk minder. Zoals zo vaak kreeg de zwartspeler zijn pion wel terug, maar het tempoverlies van al dat gehops met dat paard levert vaak alleen wit maar mogelijkheden.
Prof Dr K adviseert hier 12. Ph5! Leuk hoor! Want g6 mag niet wegens Pf6+ met dameverlies! Eerst dan maar 12. …. Lxd5 ? Eén van die twee lastpakken loerend op veld f6 opruimen? Oh wat een mooie oplossing heeft Komodo daarvoor. Nee dus, wegens 13. cxd5 Pb8 (of Pd8) 14. f4! Pg6 (andere velden zijn er niet) 15. f5 Pe5 16. f6!! de pointe! Zwart kan zijn sokken gaan nummeren. (Wat een rare uitdrukking is dat eigenlijk. Waar komt zoiets vandaan?)
Jos doet het kalmer aan, maar ook met wat succes: 12. Pxe6 fxe6 13. Pxe7+ (f4!?) Dxe7 14. f4
14. …. Pg6 ? (Pd7!?) 15. Le2 Tf7? (Df6!?) 16. Dd2
16. ….. Td8 ? ( ook niet genoeg, maar beter is: 16. … a5!? 17. Lh5 Dh4)
En nu moet wit doorzetten. 17. f5 exf5 18. exf5 en dat alles wegens daarna de mogelijkheid Lg5! Waar dat paard ook naar toevlucht. O daarom was die toren op d8 niet zo’n goed idee!
17. b4 ook wel goed, maar niet zo mooi als 17. f5
17. …. d5!
18. Lc5 ? ( We zien hier en hierna dat ook zelfs Jos maar een mens is. Een troostrijke gedachte. Na 18. cxd5 exd5 19. b5! flink voordeel voor wit) 18. …. dxe4!! even gemist? 19. De3 Df6!
20. Dxe4? (g3!? om f4 gewoon te dekken) Pxf4 21. Lg4?
20. Dxe4? Ik vermoed dat Jos hier denkt beter te staan, want materiaal gelijk, zwart heeft een geïsoleerde pion op e6 en wit ook nog het loperpaar. Maar na 20. …. Pxf4! 21. Lg4? kan zwart voordeel verwerven met 21. …. Pe5!! Want na het voor de hand liggende 22. Lxe6 Dxe6 23. Txf4 24. Dxf4 b6! (of Pd3) staat eerder zwart wat beter. Maar Martin speelt 21. … e5? en daarna verzandt de stelling al gauw in een gelijkspel. Remise na zet 25. Terecht.
Leuk hoor die aanvallers die er toch niet doorheen komen. Best spannend!
eindcorrectie moet nog plaatsvinden
Dag Eddy,
Bedankt; ik heb echt iets opgestoken van je schrijfsel deze week. Ui de partij Ron-Frank het idee om op zet 33 -; h6 preventief te spelen, nog voordaty de zwarte toren naar de h-lijn gaat. Zo'n stelling komt best wel vaak voor. Nuttig ! En ook de stelling na de achtendertigse zet (RonFrank1). Uit Sturm und Drang ontstaat wens om c6 te spelen, maar dat vergemakkelijkt het zwarte verdedigingswerk. Ik leer er van om eerst in te zetten op afruil dames te combineren met dreiging tegen het zwarte pionnetje op b6. Die zet c5-c6 moet je pas doen als het 100% beslissend is en tot die tijd de dreiging instand houden.
Bij mijn eigen stelling vond ik 12 Ph5 inderdaad leuk; geen seconde aangedacht en ik had het nooit geonden, want ik had alleen oog voor het latern verdwijnen an dee sterke witveldige loper op e6. Veroveren van het loperpaar in deze stelling was het enig waar ik naar keek
Martin's zet Td8 had ik zelf ook in mijn hoofd en heb ik daarom niet meer openminded bekeken; ik heb dus stomweg niet het motief De7/Td8 als zwakte gezien, puur omdat ik niet meer de tijd nam met open ogen te kijken. Hetzelfde geld voor 18 Lc5 wat ik vooraf had bedacht tegen d5, maar waar verschillende betere bzetten voor zijn. Toegegeven ik had Martin's zet de4x totaal niet gezien / willen zien omdat ik zelfingenomen Lc5 zette, in plaats van stelling goed te bekijken. En inderdaad je vermoeden dat ik dacht na De4x beter te staan, is terecht. Alweer voorbeeld van zelfingenomen instelling waar ik gauw iets aan moet doen.
Hoi Eddy,
Ik speelde g3 omdat ik graag Lh6 wilde spelen.
Ik wilde dan voorkomen dat hij Dh4 kon spelen.
maar ja, het was inderdaad niet zo'n goede zet.
We hebben nog heel wat zitten analyseren naar afloop.
Het zal vast wel een bijna gelijke stand zijn geweest maar in de praktijk van de gewone mensen was het wel veel moeilijker voor Gerrit om geen fout te maken dan voor mij.
Dat is dan heel vaak voldoende om toch te winnen
Groet,
Bert