Nauwelijks bekomen van onze nederlaag tegen de Zaankanters, zagen we ze alweer bij ons binnenstormen. Nou ja, nu als viertal. Het begint pas nu tot mij door te dringen dat de nieuwigheid van de nhsb om meer schakers de gelegenheid te bieden externe partijen te spelen een heel goed initiatief is. Het staat wel vast dat om beter te leren schaken de beste manier is: echte wedstrijden schaken! En verliezen natuurlijk, daar leer je het meeste van.
Dus was het een leerzame avond. Voor Herman, en Matthijs. Voor Ab ook wel, maar iets minder want die speelde remise.
En Martin won, maar tjonge, wat kostte dat een hoop energie. Ik heb als toeschouwer daar wel iets van geleerd. Namelijk dat Elo-ratings soms echt helemaal niets zeggen. Wat speelde die 19-jarige vitale tegenstander van Martin ontzettend goed! Met een Elo van 1137 ! Martin moest als invaller tot heel heel laat in de avond alsmaar blijven zwoegen om zijn maar liefst 530 elopunten surplus in winst te kunnen omzetten. En als hij nu slecht of ongemotiveerd gespeeld had! Maar niks daarvan. Niets op aan te merken.
Foto’s beter of groter: klik erop!
En als Tieme Braat niet uiteindelijk in tijdnood was geraakt had – wellicht kwestie van minder ervaring – had het best toch nog remise kunnen worden. Misschien had hij laat op de avond ook last van de overweldigende belangstelling van het publiek.
Matthijs speelde een heel interessante partij. Onze zeer gewaardeerde wedstrijdleider Jos sprak zijn bewondering uit: ‘Ik verwacht dat die Matthijs over één jaar al een heel belangrijke aanwinst gaat zijn voor ons achttal!’ Na een misser in de opening – door nog wat te weinig theoretische kennis, zie verderop bij highlights – zag Matthijs toch kans om in een zeer riskante stelling overeind te blijven. Het werd allemaal buitengewoon ingewikkeld en ik stond met verbazing aan te zien hoe beide spelers zich een weg baanden door een oerwoud van mogelijkheden. Uiteindelijk bleek Wim van der Noort de langste adem te hebben. Die had duidelijk zijn openings-voordeel bij zet 12 verspeeld, en daarna tot zet 19 alle zeilen bij moeten zetten om tegen Matthijs overeind te blijven. Toen maakte Matthijs één ernstige fout en daarna was hij kansloos. (zie verderop) Ik denk zomaar dat Van der Noort met zijn 1228 niet lang geleden na bijv. pensionering weer opnieuw is gaan schaken, maar al eerder veel ervaring met het spelletje opdeed. In ieder geval speelde hij daarna in 14 zetten zeer routineus naar de overwinning.
Herman (wit) speelde als gewoonlijk de opening weer uitstekend.Hij profiteerde daarbij prima van wat minder slim spel van zijn tegenstander in die fase. Herman houdt zijn voordeel ook tamelijk goed vast tot zet 20. Daarna wordt het wat minder. Omdat ook de tegenstander nu wat minder konsekwent opereert, blijven er kansen voor wit opduiken. Maar bij zet 26 gaat het mis voor ons. Misschien dat ook de klok Herman begint te verontrusten. Gelukkig mist zwart nog even een deastreus mataanvalletje, maar ook zijn aanpak werkt wel! (Afgezien van een zwart blundertje op zet 28, waarvan door Herman niet geprofiteerd) Van de schrik verrommelt Herman een stuk, en heeft daarna niks meer in te brengen. Ik blijf van mening dat ook Herman aanleg heeft voor het spel, maar helaas vaak veelal later op de avond door vermoeidheid (?) nog fouten maakt die hem de overwinning kosten. Ik weet uit ervaring dat dat helaas een handicap is voor de wat oudere schaker. Gelukkig is Herman nog niet zo heel erg oud, dus moed houden. Het wordt vast nog wel beter!
Voor wat details zie verderop.
Ab speelde de opening tamelijk gedegen. Tegen zijn gewoonte in ging hij dit keer niet over tot gewaagdere aanvalspogingen, die hem af en toe nog succes opleveren ook. Misschien was hij daar vanavond te serieus voor, of misschien kreeg hij gewoon de kans niet. Want zijn tegenstander speelde ook erg rustig, ruilde veel af en kreeg een kleine strategisch voordeel. Zijn twee verbonden pionnen op de damevleugel leken wat sterker dan de twee isolani die Ab daar opliep en moest zien te verdedigen. Maar de schade viel mee. Het werd een situatie die voor alle schakers van Aris de Heer te moeilijk zou zijn geweest. Ook Anton Karhof had al gauw door dat voor winst in deze stelling minstens een Carlsen achter het bord zou moeten zitten. Dus was hij tevreden met remise.
Zo verloor Aris de Heer al weer van die Zaankanters! Ook nu met minimaal verschil (1.5-2.5) , maar eigenlijk ook dit keer tamelijk kansloos. Maar ook nu weer, heel leerzaam.
Elite:
En de rest? Ik kreeg opdracht van onze al vroeg lichtelijk verheugde wedstrijdleider een foto van hen te maken.
Hij vond dat ik daar ‘élite’ boven moest zetten. Hoe zij zonder klok, zonder ranglijst, zonder wedstrijdspanning gewoon lekker mochten fröbelen op het schaakbord. Terwijl ons viertal zich in de zenuwen zat te werken. Ik vind eigenlijk dat boven die vier vanavond een bordje moest met : ELITE.
Highlights:
Thieme Braat- Martin Zwaneveld
Wit kan hier het beste 42. b7 spelen! Waarna 42. …. La7 de Toren verjaagt. Dus 43. Td8 en daarna pion op b7 valt ( gedwongen, want na 44. Tb6 volgt 45. Td7 en wit staat beter) . Maar dan wordt het na 44. Txd6 remise (gelijk materiaal en ongelijke lopers) . Maar waarschijnlijk door tijdnood raakt wit nu de logica die hij tot nog toe onophoudelijk in zijn spel demonstreerde kwijt! Hij speelt 42. Tb7? Na 42. …. Kg6! heeft zwart dan toch wel iets. Maar winst zal er nog wel niet inzitten. Doch als wit enige zetten later die pion op b6 gewoon weg geeft, dan wordt het misschien wel toch nog na een zwaar eindspel toch heel misschien toch nog een beetje mogelijk. Maar of wij zoiets kunnen?
Maar echt verloren is wit pas na zijn slechte 46e (!!) zet als hij de zwarte toren + zwarte loper toestaat om samen zijn koningsstelling binnen te dringen. Ik heb wel eens geleerd dat ongelijke lopers een enkele keer toch een voordeel kunnen zijn, namelijk als je loper kan deelnemen aan een aanval. Dat is m.i. hier het geval.
Wim van der Noort- Matthijs Groot
Na 1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lc4 Pf6 4. Pg5 !? Hier nog niet echt gevaarlijk!
Hier is maar één zet mogelijk 4. … d5 ! En dat vindt (of weet) Matthijs! Verdienstelijk! Maar na 5. exd5 mag je in geen geval terugslaan met 5. … Pxd5 ? En dat vond (en wist) Matthijs even niet. De beste voortzetting is vreemd genoeg 5. …. Pa5! Al meer dan een eeuw bekend! Wat wit ook speelt, zwart heeft geen problemen meer. Het meest komt voor 6. Lb5+ c6 7. dxc6 bxc6 en daarna moet de loper terug, en binnenkort wordt ook het paard op g5 met h6 verjaagd. En wellicht ook weer van f3 door e4! Gebleken is dat zwart voldoende compensatie heeft voor die pion!
Omdat Matthijs wèl slaat met 5. … Pxd5 ? raakt hij in de problemen. 6. Pxf7! (6. d4 wellicht nog iets sterker) Kxf7 7. Df3! + (wit weet dit kennelijk wel allemaal!) en dan verzeilt de zwarte koning noodgedwongen midden op het bord 7. … Ke6 (om Pd5 te dekken) . Dit is geen lolletje!
Alleen nog (een beetje) speelbaar als je over ijzeren zenuwen beschikt. En die blijkt Matthijs te bezitten. Hij redt het, speelt heel vernuftig, staat op een gegeven moment (na zet 15) zelfs zelfs iets beter. Wit dreigt dan toch te weinig compensatie te kunnen handhaven voor zijn paardoffer op zet 6! Maar bij zet 19. gaat het toch nog voor de onzen mis:
19. …. Pxc3? (zwart moet hier eerst de Loper aan de penning onttrekken met 19. …. Lc5 schaak! En daarna 20. … Pxc3 spelen. Dan verliest hij geen stuk. Na 21. Lxc3 zoekt de zwarte koning gewoon een vluchtveld.
Nu verliest zwart na 20. Lxc3 wel een stuk omdat de loper op d6 gepend staat. Hierna doet Matthijs nog zijn best, maar geen echte kans meer. Hij rommelt nog 16 zetten door, en gaat dan mat.
Herman Zwaneveld- Albert Oole Na zet 19.
Waarom is dit een goede stelling voor wit? Wit staat een pion voor, en wit bezit het loperpaar . Hij heeft wel een kleine achterstand in ontwikkeling. Dus hij moet nu streven naar rochade en opspelen van de d-pion om de dameloper aan de gang te krijgen.
Na zet 25. Waarom staat wit nog steeds beter, hoewel hij zijn pluspion kwijt is? Omdat wit bijv. de dames kan ruilen en de lopers, en na Kd2 toch weer een pion wint, en zwart bovendien ook nog een geïsoleerde randpion en een dito f-pion overhoudt. Het is wel een berucht toreneindspel, dus of eenvoudige schaakkabouters als wij zoiets kunnen winnen? Maar verliezen, nee!
Maar helaas, nu gaat het mis. 26. Dg6?
Zwart mist nu gelukkig een mat in maximaal drie zetten, tenzij hij zijn dame offert, dan duurt het iets langer. 26. … De5+ 27. Kf1 De2+ 28. Kg1 De1 mat
Zwart ziet het niet en speelt 26. … Tae8+ Er waren nog drie andere, nog sterkere zetten. Dus we kunnen wel vaststellen dat zwart het zichzelf te moeilijk maakt. Neemt niet weg dat hij nog steeds beter staat, en genoeg beter om Herman in de war te krijgen. Die geeft nu spoedig onnodig een stuk weg. Jammer. Bijna net zo goed geschaakt als de vorige ronde. Helaas!
Ab Hauer- Anton Karhof
Ab speelt na 1. e4 c5 2. c4? Een zet die mij zeer tegen de borst stuit. Euwe leerde ooit dat het veld d4 nu zwakker is dan het veld d5. Ik geloof dat ze daar later wel weer wat van zijn teruggekomen. Maar toch … En Karhof pakte het degelijk aan, met het fianchetto van de koningsloper.
Zo, d4 zit er dus voorlopig niet in.
Wie schetst mijn verbazing toen ik zag dat Carlsen in zijn 3e, beslissende matchpartij tegen Caruana deze week aldus opende: 1. e4 c5 2. Pf3 e6 3. c4. Waarmee maar weer is aangetoond hoeveel onstuitbaar talent erachter het eigenwijze spel van Ab schuilgaat. Alleen Carlsen kon nog wel na 3. Pc6 nog gauw 4. d4 spelen. Dat scheelt een stuk! Maar toch ….
Ab kreeg de hele partij geen kans om er iets lolligs van te maken, en zijn ‘eindspel’ (zoiets) ziet er niet supervrolijk uit.
Wit heeft twee geïsoleerde pionnen en druk te verduren van beter opgestelde zware stukken. Maar ga er maar aan zitten! Na zes zetten gaf Karhof toe dat het hèm in ieder geval toch niet ging lukken.
Ab was er zichtbaar blij mee. En terecht.
Dat was het dan weer!
|
Eindcorrectie moet nog plaatsvinden.
Hoi Eddy,
De lessen van 4 jaar geleden over het italiaans zouden voor ons viertal Herman, Peter, Matthijs en Ab geen overbosige luxe zijn.
Zelf spelen of tegen je krijgen een beetje basiskennis kan issentieel zijn in die opening.
Ikzelf worstelde met een goede opening, ik denk weinig fouten van beide spelers, maar ik heb denk ik wel 18 ontwikkelzetten gedaan. Maar geen enkele vorm van voordeel of initiatief, tegen een lagere speler eindigde dat dus in zwoegen en wel heel erg strategische keuzes om ergens een heel klein voordeeltje uit te verkrijgen.
Goed verslag Eddie ! Het laat de sfeer van stevige gevechten opsnuiven, met tegelijk wat concrete verbetertips. Ik heb genoten van eindspel van Martin die zo scherp mogelijk heeft geprobeerd te laveren om buiten de remisegrenzen te blijven. Applaus !
Hetzelfde voor Ab die eveneens geconcentreerd bleef proberen zijn tegenstander ergens onderuit te halen