Ronde 13

Ab won van Peter. Het was lang een vrij degelijke partij, afgezien van een wat erg voortvarende opening van Ab  (in een wat slome e4 , e5 opening met vroeg d3 en d6, waardoor weinig actieve, want opgesloten koningslopers) speelt Ab op zet 6 ….  f5 en had daarvoor wat straf kunnen krijgen, maar Peter ziet het nog even aan. Daarna gaat het lang gelijk op.  Tot Peter besluit de dames te ruilen, en dat had hij beter niet kunnen doen. Daarna krijgt Ab het initiatief en start een voorzichtig koningsaanvalletje.  Met twee torens en een oprukkend h-pionnetje. Daarvan raakt Peter al snel wat overstuur, en dan pakt hij de verdediging verkeerd aan. Dat leidt tot een verloren pionnen-eindspelletje.

Herman verloor van Gerrit. Na een goede opening laat Herman op zet 12. zijn loper door pionnen opsluiten, en daarna wordt het een routineklus voor Gerrit.

Paul hield met een klassiek geweigerd damegambiet stand tegen Bert. Bert deed het daarin eerst wel erg rustig aan zonder het geijkte snelle Lg5 of Lf4, en met 5. e3 en daarna 8. e4. Het levert hem weinig op. Interessant wordt het na zet 19.

13Paul1  13Paul1

Ik zei tegen Paul na afloop dat ik niet begreep waarom Bert niet gewoon op b6 had geslagen. Dat kon niet, zei hij. Thuis zag ik :  20. Txb6 kan hier best. Dat adviseert K. ook als beste. Maar heel veel schijnt het toch niet op te  leveren. Waarschijnlijk omdat die pluspion op c4 ook niet al te stevig in zijn schoenen staat.  Dat zag Bert waarschijnlijk. Die speelt dan maar  20. De2. Wat niet goed is, wegens 20. … e5!  Maar na Paul’s 20. … La6  21. Ld3 Tab8  22. Dc2  besluiten de heren tot remise. Bert ziet dat hij niets bereikt heeft, en Paul vindt remise tegen Bert al lang best. Denk ik.

Heksenketel was er natuurlijk weer te bespeuren op het bord van Jos,  tegen Ron. Jos heeft altijd wel weer een opening achter de hand waarmee verwarring gezaaid kan worden. Vaak lukt dat. Nu eigenlijk ook wel. Ook blijkt vaak dat het openingen zijn die eigenlijk toch iets beter speelbaar zijn dan hun reputatie doet vermoeden. En wel veel speelplezier opleveren. Want we horen vaak achteraf van de aanstichter des onheils zelve dat hij het wel eens heeft gezien,  maar er eigenlijk ook niet zoveel van weet. Dus valt er veel te bedenken. Meestal wederzijds.  Ditmaal was het een Siciliaans gambiet:  1. e4 c5  2. b4 !?!?!?   Ron pakt natuurlijk : gambieten moet je bijna altijd aannemen.  2. …  cxb4. Ron is niet iemand die een opening stevig op zijn repertoire heeft en dan na een overwachte 3e zet niet meer weet hoe het moet.

13Jos1 13Jos1

Nee,  hij weet natuurlijk dat in dit gambiet de theorie vooral verder gaat met 3. a3 d5!  Maar knippert waarschijnlijk wel even met de ogen na  3. c3 ? Ja nu weet hij het even niet meer.  In mijn Powerbook staan 330 partijen met dit gambiet, en niet 1 (één) met 3. c3!  Zelfs de database weet het dus ook even niet meer. Ook hier vindt Komodo  3. … d5 het beste antwoord.  Maar Ron speelt 3. … bxc3 om al ter plekke, maar in ieder geval thuis, te kunnen ontdekken dat het na 4. Pxc3 allemaal nog niet zo eenvoudig is. Hoe moet je nu verder? Hij kiest voor a6, d6, e6   een vertrouwd patroon voor een Siciliaan-adept.  Inderdaad krijgt hij er wel wat mee, maar vooral omdat Jos doorgaat met een paar zetten die bij uw wepmeester enige hilariteit opwekken:

13Jos2  13Jos2

Aanschouw met scepsis die witte lopers die pionnen in de weg staan, die beter eerst op d4 en a4 gezet hadden kunnen worden. Maar toch ….  wit heeft gerocheerd en er staan vier lichte stukken al in het veld. Dat is bij zwart wel anders. Maar ach, een Siciliaan-adept kent dat verschijnsel wel een beetje van ‘normalere’ Siciliaanse varianten. Daar nu maar eens wat aan gaan doen. Dan komt het vast wel goed! Komodo vindt ook dat zwart wat beter staat. Met de nadruk op ‘wat’. (-0.50)  8. .. Le7 9. Te1 

En zoals zo vaak, vroeg of laat krijgt Jos dan toch weer een beetje gelijk:  9. … Da5? (Ld7!?) 10. Db3! Hij vindt dan ineens weer de beste zet!  En de tegenstander even niet. 10. … Pe5? (10. …  Dd8!? Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald?) . En dan volgt weer zo’n wonderbaarlijke zet. Het houdt niet op!

13Jos4  13Jos4

Menigeen zou het nu wel tijd vinden voor 11. Le2. Even de koningsstelling in tact houden en ook het loperpaar, en even ruimte maken – eindelijk – voor d2-d4. Doch niet onze titatovenaar:    11. Lb4!?  En men heeft al zo veel respect voor zijn bedenksels  dat men ook lang gaat nadenken over de meest voor de hand liggende zetten: “Wat zou hier nu weer achter zitten?”   Ron neemt lang de tijd voor 11. … Pxf3+  12. gxf3

 13Jos5 13Jos5

Ik denk dat geen mens op ons clubniveautje  hier iets anders zou spelen dan Ron :  12. … Dg5+  Niks mis mee toch?  Die dame moet even weg, maar blijft een beetje actief. Natuurlijk ziet iedereen dat de pion op d2 vergiftigd is.   ( ….  Dxd2?  Pb5!!! ) Maar toch…. !   Weer denkt Ron heel lang na. Wat zit er toch achter? Die kijkt  vast naar de gevolgen van 13. Kh1 en daarna Tg1.  Ik ook.   Maar ach … !   Tot mijn verbijstering zie ik thuis dat Prof Dr K die zet 12.  … Dg5+ toch afkeurt.  Daarmee zou zwart zijn voordeel (-0.50) zelfs teniet doen. Inderdaad meestal wegens Tg1!  K. vindt 12. …. Dd8 derhalve verreweg de beste!   Tjonge!   OK.   12. … Dg5+ 13. Kh1  h5!?

13Jos6  13Jos6

Leek mij wel logisch. Aanvallluuuhhhh!  Gaat die toren op h8 eindelijk ook eens iets doen. Maar Prof. Dr K. vindt het niet geweldig. Die vindt dat wit na Te3 en Tg1 er best beter bijstaat dan zwart.  Maar nu begint er iets te haperen in de dromenfabriek van Jos.  14. e5? (Te3 Ld7 15. Tg1)  d5 !  (Df4!?)  Maar die drommelse kwajongen heeft toch wel degelijk nog voldoende compensatie voor de pion. Hoe bestaat het! Maar het gaat toch nog fout:

 13Jos7 13Jos7

15. Da4+ ? Jos heeft een combinatie bedacht van een zet of 5 diep. Gebaseerd op de ongedekte positie van de toren op a8 en op een eventuele paardvork op c7. Heel mooi. Maar er zit een lelijk lek in.   15. … Ld7 16. Lb5 Td8!  17. Pd5 ??  (Lxd7+ !? kan er nog een beetje mee door, maar wit is zijn compensatie dan toch ook wel kwijt)

Na 17. Pxd5 prevelde ik : Hier begrijp ik niets van!”  Ron die een scherp gehoor heeft, en altijd graag hardop zit te denken bij zijn schaakpartijen prevelde terug : “Ik ook niet!”  Maar ja, zat er  toch niet weer wat achter? Je moet zo uitkijken met die drommelse Lohmann! Ron besluit:  Het zal wel! Je laat het maar zien!

13Jos8  13Jos8

17.  ….   Lxb5 18. Pc7+ Kf8 19. Pxb5 axb5 20. Dxb5   ‘Ziezo!’ monkelde Jos.

“Je staat nu wel een stuk achter!”opperde Ron.  “O ja? Oh, dat had ik helemaal niet in de gaten!”,  antwoordde Jos opgewekt. En gaf twee zetten later op! Hij scheen er helemaal niet mee te zitten. Hij had zich duidelijk vanavond  lekker geamuseerd.

Ik vond de partij van Matthijs (wit) tegen Martin ook wel een poosje aardig.

Wellicht geïnspireerd door mijn verslag over Gerrit in Volendam wilde Martin ook eens een ritje met het Marshall- gambiet van het Skandinavisch .  Hij mag aannemen met al zijn ervaring sterker te zijn dan Matthijs, dus een pionnetje voor levendig spel moet dan kunnen.  1.e4 d5 !?  Ik speel het zelf veel bij Helena op internet tegen minder sterke spelers en heel vaak reageren die net zoals Matthijs. Met  2. Pc3?  Nee Matthijs. Nemen!  Zie ook bovengenoemd verslag.  Ik speel dan altijd 2. …. d4. Dan zit je gelijk op rozen met zwart. Geen pion geofferd, lekker invloed in het centrum pakken en lekker vlot ontwikkelen.  Tempoverliezen zijn hier gereserveerd voor wit!  (Als wit als een gewoon mens 2. exd5 speelt, zijn tempoverliezen niet voor zijn rekening, maar voor rekening van zwart!) Martin wil persé die pion offeren en doet de nu eigenlijk vrijwel nooit gespeelde zet 2. … e5!?  En Matthijs wil persé die pion niet hebben en speelt 3. d4 !?  Wij als publiek mochten hier dus genieten van een stukje psychologische oorlogvoering. 

13Matthijs1  13Matthijs1

3. …. exd4? 4. Dxd4  Pc6

13Matthijs2  13Matthijs2

Nu zou Matthijs heel goed gewoon die pion kunnen nemen met 5. Dxd5! Was hij bang voor 5. .. Pb4 6. Dxd8 Kxd8  ? Hoeft niet. Lg5+ en 0-0-0+  is prima.  En slaan op d5  is ook niet geweldig. Na  5.  … Dxd5  6. Pxd5  staat wit lekker.  Hij kan snel lang rocheren en staat een pion voor.

Maar ja, eigenwijs als de jeugd tegenwoordig is: Wit WIL DIE PION NIET!    5. Lb5 Ik moet toegeven dat is ook niet slecht! En als dan uiteindelijk bij zet 8 wit toch maar die pion opeet, staat hij best ook nog wel aardig.

Ik mag graag stiekem naar gezichten lijken, en ik vond dat Martin er hier niet echt gelukkig uitzag. Die had lekker willen combineren vanavond.

13Matthijs4  13Matthijs4

Maar Zwart staat een pion achter, heeft twee geïsoleerde pionnen, en  er zijn al aardig wat stukken van het bord, en de pionnenstructuur is ronduit slaapverwekkend. Maar, hij krijgt toch nog zijn zin. 11. Dg3? (Pf3!?)  0-0 12. Lh6 ? Te simpel. Mat in één ziet Martin meestal wel. En een aanvalletje met slechts 2 stukken is gemakkelijk in toom te houden met Lf6.

13Matthijs5  13Matthijs5

Matthijs had er verstandiger aan gedaan eerst maar eens te gaan rocheren. Zijn aanvalletje stelt weinig voor. Nu gaat hij ernstig last krijgen van de kwetsbare positie van zijn eigen koning.

13Matthijs6  13Matthijs6

Twee prachtige lopers voor zwart, een krakemikkige koningpositie voor wit,  een witte toren die nu al met pensioen lijkt, zwart bezet twee centrumlijnen met zware stukken. Zoiets overleef je niet. En als zwart dan de witte Dame van de g-lijn kan verjagen staat die loper op h6 en prise! Vier zetten later is het dan allemaal over. Toch, dankzij het pricipieel blijven weigeren op Martin’s oneerbare gambiet-voorstel in te gaan, vind ik dit toch wel een aardige partij van onze meest recente aanwinst. Hij liet zich niet zomaar door Martin tactisch wegtikken.  Hij zal niet snel weer dit Marshall-gambiet voor zich krijgen, maar indien toch, dan toch maar pakken die gambietpion. 

Laatste correctie moet nog plaatsvinden.

 

Een gedachte over “Ronde 13”

  1. Toch maar even opgemerkt dat Ron toch echt wint dankzij 13 -:h5, omdat hij daarmee snel zijn toren via h6 activeert richting mijn koning. Misschien objectief niet de beste maar praktisch wel zeker ! Om te kunnen winnen moet je wel een actie inzetten / een dreiging creeren; zonder dat kun je wel keepen en schuiven en misschien op den duur winnen, maar in een partij is het veel dankbaarder op zoek te gaan naar tegendreigingen. En dat heeft Ron hier creatief en succesvol gedaan

Reacties zijn gesloten.