Even terzijde: Ik las gisteren in de krant dat mijn voorspelling in ‘Het drama Kramnik” nu al is uitgekomen. Kramnik stopt met professioneel schaak en gaat zich toeleggen op schaakwerk voor kinderen en onderwijs. En nu maar hopen dat Jorden van Foreest mijn voorspelling wel gaat logenstraffen.
Ter zake: 28 januari was het de avond van mooie stukoffers. Die toch niet brachten wat we ervan verwachtten.
Jos speelde weer eens een hoogst interessante opening met zwart. Daar zat Paul wat onwennig naar te kijken. Wat hij ertegen te berde bracht was niet helemaal toereikend. Rond zet 10 staat zwart wat beter. Rond zet 20 is dat uitgegroeid tot heel duidelijk beter. Dan offert zwart een stuk. Dat was niet nodig, want ook op rustiger wijze leek winst in aantocht. Het offer en het fraaie vervolg toonden absoluut kenmerken van genialiteit! (zie diagram en analyse bij Highlights) Maar vijf zetten later was duidelijk geworden dat de route ongelofelijk mooi was, maar de eindbestemming toch niet goed haalbaar. Mede door kleine onnauwkeurigheden bij zet 22. Ta3 (Pxc2!?) en zet 30. (Denk ik, want die zet kon ik niet met zekerheid reconstrueren. Ik vind mezelf al heel knap dat ik het tot hier gered heb met twee vaak onleesbare handschriften!) Zo ontstond er toch een remisestelling. Het was een feestje dat als een nachtkaars uitging. Ik denk dat Paul heel tevreden naar huis ging omdat hij al het denkgeweld had overleefd.
Bert bracht een echt loperoffer, reeds bij zet 13, in een daartoe zeer uitnodigende situatie. Gerrit had, o.a. middels twee verloren tempi, hem daartoe hartelijk aangemoedigd. Het was een mooi offer, vooral omdat met geen mogelijkheid vooraf te berekenen was of het wel correct was. ! (zie hun volledige partij met wat analyse bij Highlights) Mijn geniale leermeester prof dr K legde me thuis geduldig uit dat het wel correct was, maar niet zo correct als door ons gehoopt. Het had toch hoogstens tot remise kunnen leiden. Wat de heren achteraf zelf ook hadden vastgesteld. Maar doordat Gerrit de reddende zetten miste in een behoorlijk gecompliceerde situatie, won Bert toch. Niet leuk voor Gerrit, maar wel een passende onderscheiding voor Bert, voor de moed waarmee hij het slagveld opzocht.
Bij Herman en Peter stond de partij ook in het teken van het offer. Eerst in het ontbreken ervan. Want beide spelers hebben een reputatie op te houden als het gaat om het nodeloos opofferen van een stuk, vooral wat later op de avond, als het tijd wordt voor het senior moment. Het leek er lang op dat ze dat nu maar eens niet gingen doen. In een partij die er behoorlijk logisch uitzag, verkreeg Herman al snel met zwart een licht voordeel. Het had een groot voordeel kunnen worden. Maar gelukkig deden beide spelers hun reputatie toch eer aan bij zet 21. (zie diagram en analyse bij Highlights) Peter gaf toch een stuk weg. Althans dat was zijn bedoeling. Maar Herman koos een afwikkeling die de zoete tractatie aan zijn neus voorbij liet gaan. Eigenlijk gaf die dus virtueel nu ook een stuk weg. Maar hij hield nog steeds een licht voordeel. Met degelijk spel groeit dat toch weer aan tot een bijna beslissend voordeel rond zet 38. Maar dan kiest hij een verkeerd plan. Waartoe behoort een pionoffer. Wat helaas tot niets leidt! (zie diagram en analyse bij Highlights). Hoewel Peter weinig vertrouwen heeft in zijn eigen eindspelkunde, wint hij toch netjes dit eindspel met 2 pionnen meer. Ik denk niet dat Herman erg tevreden naar huis ging. Hij speelde heel lang heel goed en had eigenlijk moeten winnen vanavond.
Alleen bij Ab tegen Ron werd niet geofferd. Ab speelde –beetje tegen zijn gewoonte – een heel behoorlijke opening. Het duurde lang voor Ron er een heel klein beetje voordeel tegen kon bereiken. Hij deed niet moeilijk, ruilde de dames bij zet 6, en rekende erop dat zijn tijd nog wel komen zou. Hij won inderdaad een pion bij zet 18. Maar daarmee werd het nog steeds niet simpel. Pas bij zijn sterke zet 29. werd het Ab te machtig. (zie diagram en analyse bij Highlights) Met een betere zet had hij misschien ook wel verloren, maar dan was het nog een lange zitting geworden. Maar hij onderschatte de kracht van zet 29, en toen had Ron niet veel tijd meer nodig om de buit binnen te halen. Toch was Ab was best tevreden : “Ik ben in ieder geval niet opgerold!”
Highlights
Genialiteit bij Paul-Jos
20. … Pxc3 !? Paul zal gedacht hebben: “??? Nou dat wil ik wel eens zien!” 21. Dxc3 Pxd4 !?
22. Le3! (22. Dxd4?? Lc5! ) Het zijn eigenlijk 2 paardoffers. Gebaseerd op de mogelijkheid om dan Lc5 te spelen. Het knappe vind ik, afgezien van de diepte van de combinatie, dat je stukken moet wegdenken om te kunnen zien dat Lc5 dan gedekt is door de dame en dat de d4-pion weg is, waardoor er een penning mogelijk is. En daar schreef ik al eens over. Dat vind ik het moeilijkst van het schaakdenken. Niet waar een stuk naartoe gaat, maar dat het dan weg is van de oorspronkelijk plek.
Echter, als wit het tweede paardoffer niet aanneemt, heb je slechts 2 pionnen voor het eerste paard. En Paul is natuurlijk niet achterlijk. Die ziet wat Komodo ziet: het tweede paard niet nemen en het grote voordeel van zwart is dan verdampt tot een klein voordeeltje. Dat zal ook wel meegespeeld hebben in het denken van de zwartspeler. ‘Als het toch niet goed uitpakt, zal ik vast nog wel remise hebben.’
Volgens Komodo handhaaft zwart toch ondanks een kleine materiële achterstand wat voordeel. Daartoe moet hij nu gewoon spelen 22. …. Pxc2
Bij voorbeeld: 22…Pxc2 23.Dxc2 Lxg5 24.fxg5 Dxe5 25.Lf4 Dc5+ met 3 pionnen voor zijn stuk
Maar Jos blijft – ten onrechte- jagen op groter wild.
22…Ta3 ‘Nu moet je echt even ophouden’, denkt Paul. Ik ga echt niet alles geloven!” 23.Dxd4!
Txe3! Mooi allemaal. 24.Kh2! (24.Dxe3?? Lc5! Daar issie weer! Leuk!!)
24…Dc6 En nu schijnt zwart toch voldoende compensatie te hebben om de stelling met slechts 2 pionnen tegen een stuk als remise te laten taxeren. En dat wordt het 5 zetten later dan ook. Wat een schitterend partijtje! Vooral van de kant van Jos, maar vlak het aandeel van Paul ook niet uit!
Peter-Herman
Het paardoffer dat niet wordt geaccepteerd:
20 …. Da3!! [tja, dan staan er 2 witte stukken in. Het beste is nu 21. Tb3 maar na Pxb3 22.cxb3 Dc5 staat zwart op winst! ( – 3.25 Een kwaliteit voor, en die pion op b6 gaat er ook aan. Dus –+ )
21.Db1? en nu vergeet Herman het paard te slaan, middels 21. … Dxc3 en speelt Pxe2+?? waarna het aangevallen paard ijlings de benen kan nemen 22.Pxe2! Jammer, maar helaas.
Een verkeerd pionoffer:
Stelling na 38.g4 f4? [38…Txb6 waarom niet? -+ (-2.05, voor zwart dus) ] 39.Tb1
39.Tb1 e4?? Een niet functionerend pionoffer. Hier pas verspeelt zwart de winst echt. [ beter 39…g5! 40.Tb5 Ta8! 41.Txc5 Txb6 ] 40.fxe4 Tf7 41.Tb5! f3? [41…f5!?] 42.Txc5 f2en die vrijpion gaat zonder dekking gewoon verloren.
43. Tf1 Txb6 en na een later Kg2 is f2 ondekbaar. Resteert voor zwart een eindspel met 2 pionnen minder.
Ab-Ron
De uiteindelijke winst:
30. g4?? c2 31. Tc1 Ta2 32. Ke2 La3! en die vrijpion kan nu alleen met een kwaliteitsoffer nog worden tegengehouden. En dan wint Ron natuurlijk.
Ik heb de symbooltjes die een schaakprogramma produceert nog maar eens voor u op een rijtje gezet. U kunt ze gebruiken bij de nu volgende analyse. Er is vast wel iemand die daar baat bij heeft. Zie elders op de site bij “Analyse-symbooltjes”
Om beweging in het diagram te krijgen klik op de pijltjes die eronder staan of op de tekst van de zet die u getoond wilt zien.
eindcorrectie moet nog plaatsvinden.