Niet dat de clubgenoten hun schoeisel hadden verwijderd. Ik kon het dus niet zien, maar wel erg vermoeden. Kromme tenen. Bij Paul tegen Matthijs, bij Frank tegen Martin, en in veel mindere mate maar ook nog wel een heel klein beetje bij Ron tegen Peter. Bij Bert tegen Gerrit was dat nauwelijks het geval. Nou ja, vermoed ik dus.
Het ging in drie gevallen om witspelers die zich eigenlijk niet goed konden veroorloven niet te winnen. Maar waarbij het langer duurde dan ze lief was. Vermoed ik. Bij Frank tegen Martin kon Frank zich natuurlijk qua plaats op de ranglijst best wel veroorloven niet te winnen, maar ja, daar gaat het wel om al een sinds hun jonge jaren bestaande gezonde forse rivaliteit. Frank ging er hard tegenaan. Weer met die opening waarvan ik de naam niet mag noemen van Jos, zoals ik vorige week al meedeelde. Omdat ook Martin afzag van het al zo vaak hier geopperde recept om heel snel …. d5 te spelen ( op zet 3 of 4 al) kwam hij al gauw onder druk te staan. Bij zet 10 werd het zelfs een beetje ontmoedigend.
Bijv.11. 0-0-0! ( 11 … Lxc3 12 bxc3 f5 13. Lc5 en zwarte krijgt ruimtegebrek) (of: 11. … f5 12 e5 idem)
Maar Frank deed hier 11. Db4 met plannen die niet helemaal klopten. En omdat Martin dat begon aan te tonen en Frank toch ieder geval het initiatief wilde behouden, besloot hij maar een stuk te offeren voor twee pionnen.
Ik zag er eerst niks in, maar Frank liet zien dat er toch wel iets aardigs in zat. Na zijn zet 15 begon ik me af te vragen hoe zwart eigenlijk uit die beklemming zou kunnen ontsnappen. Een Houdini-act is nodig. Waar kunnen zijn stukken eigenlijk nog naartoe? Was dat offer misschien toch correct? En hier begon het grote tenenkrommen dat de hele verdere avond zou voortduren. Ik vermoed van zowel de witte als de zwarte tenen.
Eerst moest Martin een way-out vinden. En dat lukt hem. En naarmate de bewegingsmogelijkheden voor zijn stukken toenamen, werd de compensatie voor het geofferde witte stuk steeds geringer. Frank verzon veel om toch leven in de brouwerij te behouden, maar Martin liet zich niet van de wijs brengen. Hij miste wel eens wat, maar bleef zijn grote materiële voordeel toch steeds vasthouden. Maar intussen begon voor beiden de klok een grote rol te spelen. Logisch want er had hiervoor heel veel denkwerk moeten plaatsvinden. En dan valt het nog steeds bestaande zwarte voordeel alsnog in duigen. Frank dreigt, en dreigt. Martin denkt bij zet 30 dat hij het beste het stuk kan terugofferen, wat echter helemaal niet nodig is, en dan staat bij zet 32 er ineens een mooie stelling op het bord met diepe combinatoire mogelijkheden. Omstanders fluisteren dat wit nu zelfs kan winnen. Maar dat lijkt maar zo. Maar als dat niet lukt dan is het voor wit beter om op die manier maar wel in toch nog steeds iets mindere stelling remise af te dwingen. Want dat kan wel, met die spannende zet 32 Txf7 !
Maar Frank probeert wat anders, had wellicht geen tijd meer om dit allemaal uit te rekenen,
En speelt 32. Td7-d2, waarna nog steeds zwart wat voordeel behoudt, maar die heeft ook geen tijd meer heeft om dat te gaan benutten. In grote tijdnood dus maar remise. Niet alleen de spelers maar ook uw oplettende waarnemer, ze hadden zeker grote moeite om die tenen weer recht te krijgen.
Matthijs tegen Paul. Deze laatste moest voor zijn fatsoen natuurlijk wel even winnen. Maar dat wilde maar niet lukken. In een potje Schots – waar Paul veel ervaring mee heeft met wit – probeerde hij met zwart vreemde zetten om zijn tegenstander in de war te brengen. Zonder het gewenste resultaat. Wel stond al gauw zijn eigen koningsstelling op de tocht.
Eindelijk heeft Paul zijn zin gekregen Hij staat nu een pion voor. Maar dat eindspel is allesbehalve gemakkelijk. Hij is er nog steeds niet. De tenen kunnen nog niet recht.
Matthijs heeft beslist compensatie voor zijn pion en door zijn actief spel wordt het er voor Paul alsmaar niet echt beter op. Hèhè, pas na zet 35 Pe5 van wit krijgt hij weer echt iets in handen.
Maar toch! Matthijs vindt toch nog iets om tegen te stribbelen. En Paul doet het dan toch nog even fout. Zet 45 … c4 is niet goed.
En pas na een foute 48e (!) zet van wit kan Paul gaan afronden. Tjonge!
Als die Matthijs er eens een keer echt voor gaat zitten, is hij een geduchte tegenstander. En nu maar hopen dat hij dat vaker kan opbrengen. Wordt hij een vaste kracht voor ons eerste! (hihi)
Ron tegen Peter
Met de bekende London. Daar moet wit even geduld mee hebben. Het duurde een zet of tien. Toen ging Peter onduidelijk aan de scharrel met zijn dame. Wit krijgt dan duidelijk voordeel. Dat raakt hij de hele avond nergens meer kwijt. Misschien toch wel een beetje kromme tenen, want het duurde wel voor hij er iets mee kon. Peter raakt een pion kwijt. Later nog een. Dat eindspel is voor wit te winnen, ook als het een toreneindspel is geworden (wat toch nog wel eens problemen kan opleveren voor de speler met een pionnetje meer.) Moeilijk is het niet, maar wat duurt het lang. Geduld is een schone zaak …..
Dat heeft Ron. Een hele avond lang. Dus een vlotte walk-over met de London, met een leuke koningsaanval, waar Ron zo van houdt, dat werd het echt niet.
Bert tegen Gerrit
Bert speelt zijn Konings-Indisch, maar wel met wit. ‘In de voorhand’ heet dat.
Dat is niet agressief, en ook dat vraagt om geduld. Dat heeft Bert zeker. Hij zit er tamelijk ontspannen bij. Lijkt mij. Zo van : ‘Het komt allemaal wel goed.’ Hij krijgt zoetjesaan inderdaad een betere stelling. Meer ruimte. En Gerrit tobt –als gebruikelijk- met zijn particuliere probleempje van een weinig actieve, opgesloten dameloper.
Langzaam bouwt wit het voordeel uit. Zwart krijgt nog één kans om de aanval een beetje tegen te houden
Met 26 … Lc5!? Om te voorkomen dat die witte dameloper al te machtig wordt. Maar na 26. … De8? wordt zwart overlopen. 25 c4 Kh8? 26 e5! Pg8 brrr, zal moeten. Wit verdubbelt zijn zware stukken op de d-lijn en dan is het gauw over en sluiten.
Dat was het weer. En Martin, nog wel bedankt voor het zo snel opsturen van het pgn-bestand van je partij. Dat scheelt me veel tijd. Tot maandag.
@Eddie bedankt voor deze uitgebreide analyse! Weer een fantastisch stuk!
@bert en @ron Matthijs laat zien dat de gerichte oefeningen die we hadden besproken voor de maamdag avonden hier effect zouden hebben. Ik denk dat Matthijs genoeg had om te winnen, maarja hoe vind je dat?
Ondanks de matige score zijn al mijn partijen erg boeiend gebleken.
Deze partij tegen Frank is echt een goede oefening in het zoeken waar in godsnaam je je stukvoordeel kan laten gelden.
Bert zal zeggen gewoon ontwikkelen kan niet fout zijn, maar door de druk van Frank moest ik wel tijd blijven investeren. De fouten op het eind waren kinderen van de tijdsnood.