Ronde 7, 18 nov ‘19

Je zou denken dat na zo’n zware vrijdagavond er wel wat afzeggingen zouden zijn. Maar nee, die overwinning in Limmen bleek juist stimulerend. Iedereen was er. Dat komt maar zelden voor. En dat terwijl de griepjes  van koters enkele vaders toch wel nachtrust had gekost.

Ik denk niet dat dat nu zozeer de oorzaak kan zijn van hedenavond  waar te nemen gebrek aan oplettendheid bij Peter. Weg ineens zijn glanzende vorm van de laatste weken. Ab deed echt wel zijn best om hem een nieuwe overwinning te bezorgen. Die verzwakte onverklaarbaar zijn eigen koningsstelling met 4…  f6 en bood hem stukwinst aan bij zet 9.  

 Peter – Ab (9…Pf5  )

10. c3?   (10 g4 wint een stuk)

Dat vond Peter erg vriendelijk maar wilde daar geen misbruik van maken. Voorlopig hield hij toch nog wel  een redelijke stelling. Doch bij de 15e t/m 17e zet blies  hij zijn eigen koningsstelling op en bood zo  op zijn beurt de aldaar binnenvallende Ab  een stukwinst aan.

  Peter – Ab (18…Dd6)

19. c4?  Die was minder mild en accepteerde het paard (en een pion) gretig. … Dg3+  Einde  bercht.

Herman was van  zijn zware partij van vrijdag nog niet geheel hersteld. Door een minder goede openingsbehandeling dan we van Herman vaak te zien krijgen , kreeg Matthijs met zwart al spoedig een mooi centrum. En daar wist die wel raad mee. Hij gaf  op het bord een lesje over ‘het belang van een sterk centrum’. Bovendien gaf Herman, waarschijnlijk mede daarom,  een paard weg, wat we ook van hem gewend zijn. Even leek het of onze gezellige veteraan toch met een stuk minder  nog wat aanvalskansen wist te creëren, zoals we dat ook van hem kennen,  maar daar wist Matthijs ook wel raad mee.

Met fraaie zetten timmerde Matthijs dus de valse hoop de bodem in. Op de 20e zet zette hij wit mat. Een miniatuurtje  je dus.

[pgn]
[FEN "r1b2rk1/pp3pp1/2nq3p/8/2BP2n1/5N2/PP3PPP/R2Q1RK1 b - - 0 17"]
17... Be6 18. d5 Nce5 $1 19. Qb3 (19. dxe6 Nxf3+ (19... Nxc4) 20. gxf3 Qxh2#)
19... Nxf3+ 20. Qxf3 Qxh2# *  [/pgn]

Herman is wel de enige speler van ons clubje die daar wel tegen kan, en niet direct wenend zijn vriendelijke levensgezellin gaat opzoeken om getroost te worden. Hij bleef nog lang na om rond te kijken bij drie resterende  interessante potjes.

Zoals bij Gerrit (wit) tegen Paul. Met verwisseling van zetten verscheen er een Alapinvariant  (met 2. c3) tegen de Siciliaan waar Paul het nu eens mee wilde proberen. Maar ja dat is zijn lijfopening niet. En tegen een dit keer behoorlijk sterk, zonder tempoverlies, openende Gerrit kwam hij moeilijk te staan.  Bij zet 11 kreeg die zelfs een kans om het hem zeer lastig temaken.

[pgn]
[FEN "r2qkb1r/pb1p1ppp/1pn1p3/4P3/1nPpB3/P4N2/1P3PPP/RNBQ1RK1 b kq - 0 10"]
10... Na6 11. Nxd4 (11. b4 $1 Nc7 $16 (11... Be7 12. b5 Nc5 13. bxc6 $16) 12.
Nxd4 Be7 13. Bf4 Nxd4 14. Bxb7 $18) 11... Nc5 $1 $11 12. Nxc6 Bxc6 13. Bxc6 $14 * [/pgn]

Maar ook zonder die kans te benutten bleef de witte stelling prettig. Bij zet 14 echter kreeg Paul op zijn beurt een mooie kans  ( .. Dd3! En 0-0-0 ) die hij op zijn beurt liet liggen.

Toch kreeg zwart geleidelijk aan wat meer grip op het witte spel. Dat gebeurt op een manier die wat te subtiel is voor mijn amateurverstand, en kennelijk ook voor dat van Gerrit. Zwart wint een pion. Ik kan niet meer nagaan hoe, omdat bij beide spelers de notatie begint te haperen dan wel onleesbaar wordt en ik er niet bij stond. Ik zie  later wel de stelling  en meen dat Gerrit misschien nog wel een kans heeft het toreneindspel met 1 pion minder remise te houden. Maar later zie ik dat hij misschien op soortgelijke onnavolgbare wijze nog een pion is kwijtgeraakt, wat de kans op remise wel teniet doet, en ik zie hoe Paul het dan ook tamelijk gemakkelijk wint.

Bert was waarschijnlijk een beetje verrast door Martin’s opzet tegen zijn lijfvariant van het Siciliaans. Martin  stond spoedig wat beter. Die vertelde me dat hij zich wel had voorbereid. Wat natuurlijk kan tegen een lijfvariant. Hij speelde tamelijk agressief. Maar bij zet 10 toch wat te onvoorzichtig en met sterke zetten nam zwart het initiatief over. Hierna wordt het een mooi gevecht met beurtelings wisselen van zwart voordeel en gelijkspel. Het vraagt veel van beide spelers. En bij zet 19 wordt het Martin te veel en doet hij het fout.

[pgn]
[FEN "r3k2r/1p2bppp/pq2pn2/3b4/5P2/1P1B2R1/PB1N2PP/2RQ3K b kq - 0 18"]
18... Rd8 19. Nf3 $4 (19. Qe2 $5) 19... Be4 (19... Nh5 $5 20. Rg4 f5 21. Ne5
O-O $19) 20. Ne5 {de enige} Qf2 $3 21. Qc2 (21. Rc2 Qxf4) 21... Qxf4 (21...
Qxc2 $5 22. Rxc2 Nh5 23. Re3 Nxf4 24. Rxe4 Nxd3) * [/pgn]

Door 19. Pf3?  raakt of de witte toren in de problemen of de witte loper. Bert kiest niet de scherpste mogelijkheden maar wel de zekerste. Hij staat intussen 2 pionnen voor en ziet daarna een fraaie mogelijkheid om het spel te beëindigen. De witte toren  op g3 blijkt nog steeds geen mogelijkheden meer te hebben om naar veiliger oorden uit te wijken. Dit leidt op ingenieuze wijze tot stevig materiaalverlies voor zwart.

[pgn]
[FEN "3rk2r/1p2bppp/p3pn2/4N3/4Q3/1P4R1/PB4PP/2R4K b k - 0 23"]
23... Nxe4 24. Rxg7 {Er zijn nog steeds weinig goede velden voor die toren} (
24. Re3 $2 Bg5 25. Rxe4 (25. Nc4 b5) 25... Bxc1 26. Bxc1 Rd1+) (24. Rh3 $2 Nf2+
) (24. Rg4 $2 Nf2+) (24. Rd3 $2 Nf2+) (24. Rf3 {dit is dan nog het redelijkst,
maar ook niet voldoende} f6 25. Nc4 b5 26. Ne3 Rd2 27. Rc8+ Bd8 28. Bc1 Rxa2)
24... Bf6 $3 25. Rxf7 (25. Nxf7 $2 Bxg7 26. Bxg7 Kxf7) 25... Bxe5 {nu staan er
twee stukken in} 26. Bxe5 Kxf7 {en zwart staat een toren voor} * [/pgn]

Wit staat ineens een toren achter.Na 29 zetten geeft hij dan maar op.

Ron wilde eens wat anders en speelde 1 e4. En ja hoor, hij werd door Frank getrakteerd op Frans. Dat had hij kunnen zien aankomen. (Daarom speelt hij geen Diemer meer, zegt hij, want dat ontwijkt zwart vaak met Frans. “En daar heb ik een hekel aan”)  Misschien heeft hij toch nog eens een beetje naar dat verfoeide Frans gekeken. Beiden speelden in ieder geval toch theoretisch bekende zetten. Ik zag tot mijn verrassing bij het thans gaande Peace-toernooi met wat verwisseling van zetten bijna dezelfde zettenreeks bij  2 grootmeesters .   Zelcic –  Nispeanu   nov. 2019   :  1  e4 e6 2 d4 d5 3 Pc3 Lb4 4 e5 c5 5 a3 Lxc3 6 bxc3 Pe7 7 Dg4

Alleen rocheerde zwart hier al en dat stelde Frank uit en dat was misschien niet zo handig. Na zet 9   … c4  

Ron – Frank (9.Pf3)

Na 9 .. c4  (0-0?)  10. Lxg6 hxg6 kwam hij er niet meer aan toe.  Of wilde hij bewust zijn toren op de h-lijn houden om tegendruk te geven op de aanvalspogingen die wit natuurlijk wilde gaan ondernemen? Dat deed wit toch wel met enig succes. Wit kwam beter te staan. Maar door iets te veel voorzichtigheid bij zet 14 g4 verdampte dat even. Maar bij zet 16,18,19,20,21 missen om beurten beide spelers de beste zetten en golft de beoordeling van PROF Mr Dr Ir K.  alsmaar heen en weer tussen wat voordeel voor wit en beetje beter voor zwart. Deze fase gaat kennelijk de krachten van onze beide sterspelers wat te boven. De mijne dus zeker. Uiteindelijk blijkt Ron de langste adem te hebben.  Na zet 22 staat wit echt veel beter , maar omdat hij nog maar 8 minuten over heeft neemt  hij genoegen met remise.

22. … Dc7 [remise in betere stelling voor wit, wegens de klok

  Ron – Frank (22…Dc7)

Maar bijv. :  23.Dh4!? Dc8 24.Dh7 Tg8 25.Pxf7

En dat was dus een best wel een interessante  ronde 8.

Hartelijke groet van de wepmeester. Prettig weekend. Tot de volgende ronde.

eindcorrectie moet nog plaatsvinden