Nou ja, het jaar nog niet helemaal ten einde, maar ons schaakjaar wel. En niet met lawaai van vuurwerk, maar van luidruchtige overige bezoekers van het café.
Vreemd genoeg leken de schakers zich er niet veel van aan te trekken. Die schenen zich er met gemak doorheen te concentreren. Nauwelijks blunders vanavond. Nou ja eentje, van Peter. Tegen Matthijs. Maar pas na 35 zetten. En bij Peter komt dat niet door het lawaai, maar door Peter.
Helaas ook weinig sensatie vanavond. Ron deed zijn best. Opende notabene met 1. f4.
Hoopte met veel vingerwijzen zijn stukken naar winst te dirigeren. Maar de stukken wilden niet, Integendeel. Die leken pesterig op verlies af te stevenen. Later op de avond probeerde hij wanhopig vingergebarend zijn stukken naar remise te begeleiden.
Dat lukte wel, maar vooral omdat Paul bereid was ze een klein beetje te helpen. Ik vond dat gedirigeer zo boeiend dat ik het wilde vereeuwigen, maar toen het echt spannend werd ging het zo snel dat mijn kamera het niet meer scherp kon krijgen.
Paul kreeg het ook niet meer scherp. Dus toch remise.
Frank probeerde het ook wel door zijn Meraner weer van stal te halen. Ik las kortelings: ‘een scherpe, maar ingewikkelde opening.’ Maar dat was geen nieuws voor mij. Voor Bert ook niet, want hij ging er behoedzaam mee om. Liet zich niet tot avonturen verleiden. En dan heeft zwart al gauw gelijkspel. Maar ook geen mogelijkheid voor zwaar vuurwerk. Na afsteken van wat onschuldige sterretjes besloten de heren tot remise. Tot opluchting van onze vingerkunstenaar, ‘Gelukkig kwam Bert tegen een sterk spelende Frank ook niet verder dan remise’. Ron is dus ‘periode’kampioen. Maar met minimaal verschil met nummer 2.
Waar liet een sterk spelende Paul winst glippen?
Ron: “Paul kon heel sterk d4! spelen gevolgd door schijnoffer Pxe4.
Ron – Paul (16.e4 )
16.e4? [16.Pd2!?] 16…Pxe4!! 17.dxe4 Lxe2 18.Tf2 Lxf3 19.gxf3 [hopende op ergens tegenkansen langs de open g-lijn)
Ik wilde toen eigenlijk al opgeven, want mijn stelling was ruïne met pion achter. Toch gek dat Paul het dan niet weet af te maken. Na loperruil geloofde ik er weer in. Misschien was gelijk Ke5 i.p.v. h4 wel sterker.”
Waar nam Peter tegen Matthijs een verkeerde afslag in vrijwel gelijke stelling (na de hele avond wederzijds heel respectabel schaak. Wel heeft zwart wat te optmistisch zijn dame en paard in de aanval gegooid, en moet zwart uitkijken dat zijn dame niet in de problemen raakt, maar het kan allemaal nog wel)
Wat is een Meraner?
Meerdere sterke oud-wereldkampioenen waren er in gespecialiseerd. Onder andere Anand .
1 d4 d5 2 c4 e6 3 Nc3 Nf6 4 Nf3 c6
5 e3 Nbd7 6 Bd3 dxc4 (zwart
wacht met slaan op c4 totdat wit Ld3 heeft gespeeld. Dat scheelt een tempo!)
7 Bxc4 b5 8 Bd3 a6 en spoedig laat
zwart c5 volgen.
Herman Grooten beschreef de opening in zijn serie ‘Begrijp wat u doet’ in het KNSB-blad. Allemaal terug te lezen bij www.schaaksite.nl/2017/03/29/begrijp-wat-u-doet-het-slavisch-deel-1-o-a-de-meraner/ Hij constateert: zwart heeft aanvalsmogelijkheden op de damevleugel, maar wit in het centrum. Veelal wordt het dan een spannend gevecht.
Bert-Frank werd een Meraner stelling, maar die werd bereikt met een andere zetvolgorde. Dat kan dus ook.
Wat was de eindstelling bij Bert-Frank?
Na knap wederzijds spel is de kruitdamp intussen wel een beetje verwaaid. Zwart heeft dreiginkjes op zijn koningsvleugel aardig in de hand, en wit heeft wat zorg over zijn geïsoleerde d-pion die flink onder vuur ligt. Zwart staat derhalve een heel klein beetje beter. Maar na Tc5 blijkt wit genoeg compensatie te hebben.
21.Tc5 T5d6
[21…Lxd4 22.Pxd4 T5d6 (22…Txc5? 23.bxc5 Dxc5 24.Lc2 om de toren op d1 te dekken, nu zit Dc6 erin) 23.a4] Ongeveer gelijkspel. Terecht remise. Frank zal het zo wel best vinden.
Eindcorrectie moet nog plaatsvinden.