Ik heb mij natuurlijk voorgenomen te stoppen met het aanschaffen van nieuwe schaakboeken. Ik moet eerst maar wat met die vier (vijf?) resterende meters op mijn boekenplank die over zijn na eerdere nogal mislukte uitdun-pogingen. Bijvoorbeeld een serietje op de website: ‘Uit de kast gekomen’ . Mooi tegen de Corona-saaiheid. Voor de schrijver, en hopelijk soms ook voor de lezer.
Maar helaas. Ik houd van ‘praatschaak’. En ik was al vroeg een bewonderaar van Erika Sziva. Een Hongaarse schaakkampioene, die naar Nederland kwam en daar vertegenwoordigende schaakteams versterkte. Al gauw perfekt Nederlands sprak. Nederlands kampioen werd. Hier naartoe kwam wegens liefde voor een Nederlandse schaker, waar ik ook al vaak wat over had gehoord: Johan van Mil. Bewonderd om zijn creatieve agressieve stijl. Elkaar ontmoet bij een schaaktoernooi. Romantisch toch? Een vrouw die ook nog kans zag na het veel te vroeg overlijden van die echtgenoot een bedrijf op te zetten, en in leven te houden, dat schaakartikelen verkoopt. ( ‘De Beste Zet’ . Ik heb er alleen maar goede ervaringen mee. ) En die daarbij tegelijkertijd ook nog kans zag twee nogal levendige jongens in haar eentje op te voeden in een lange periode van verdriet.
Dus wat doe je dan als er een boek verschijnt waarin ze haar leven en haar schaakcarrière beschrijft? Met de mooie titel “Betoverd”. Gelijk bestellen natuurlijk, bij De Beste Zet.
Ik was wel tevreden toen ik vandaag ons KNSN blad opendeed en zag dat er een bespreking in stond van The Queens Gambit. Zelfvoldaan omdat ik daarover al drie weken geleden een artikel voor u publiceerde! Mooi op tijd! Ik was minder tevreden toen ik zag dat er ook een bespreking in stond van “ Betoverd” . Ik heb het net uitgelezen en was van plan daarover te gaan schrijven. En daarmee ben ik dus eigenlijk te laat. Ik raad u aan het artikel in het bondsblad eerst te lezen.
Ik zal hieronder dus niet veel vertellen over start, levensloop, successen , e.d. waarover u daar kunt lezen.
Ik vond het een erg aardig boekje. Ze geeft leuke anecdotes, geeft veel aardige partijen, laat zien hoe moeilijk het voor haar was om van een beroemd mens met een goed inkomen in het schaakvriendelijke Hongarije te moeten veranderen in een onbekend mens in het weinig schaakvriendelijke Nederland (zeker als het om vrouwen ging) van destjjds. Hoe ze het allemaal redde.
Ik wil er dus toch iets van laten zien, maar ik ga me beperken tot wat details die ik leuk vond doch die in het overzichtsartikel in het Bondsblad niet aan bod konden komen. En ik kan u natuurlijk wat voorbeelden voorschotelen van haar leuke partijen, met ‘bewegende diagrammen’. Wat daar ook niet kan.
Ze schrijft niet alleen over zichzelf, maar ook heel veel over Peter Dely, de grootmeester die haar talent onderkende, en aanbood haar te trainen toen ze 14 was. Daarvoor moest ze uit huis weg en helemaal alleen ver weg in Boedapest gaan wonen. De drang om een sterk professioneel schaker te worden was zo heftig dat ze het deed. En ze is haar ouders nog dankbaar dat die haar begrepen en het goed vonden. Eigenlijk onvoorstelbaar, vind ik.
Een ander groot deel van het boek is gewijd aan Johan van Mil, en wat ze van hem leerde. Veel partijen van hem, en die zijn vaak erg boeiend. Daar stond hij om bekend.
Leuk is het fragment waarin ze vertelt dat Van Mil voor het Ohra-toernooi in 1982 van Eindhoven naar Amsterdam fietste . Daar aangekomen had hij last van zijn voeten, en schoof met blote voeten aan bij de wedstrijdtafel waar de toen erg sterke Jan Hein Donner wachtte. Hij versloeg Donner in een mooie partij. Reactie van een geīmponeerde Donner, na te hebben opgegeven ”Hoe sterk zou hij wel niet geweest zijn met schoenen aan !?”
Hier die partij. Als bij de volgende diagrammen, met commentaar van Sziva!
Ook aardig een partij die Sziva ons bezorgt van Van Mil’s debuut als 17-jarige in de hoofdklasse van de KNSB.
Maar het mooiste vind ik toch wat ze over zichzelf schrijft. Over haar gezwoeg (naast schaken, gezin, zaak) om Nederlandse diploma’s te halen, want zonder kun je hier niet veel. Over sport, lachen met haar partner en lol met vrienden, spanningen rond het schaken, over haar beminde grootouders en ouders, in een beroerde communistische tijd, over de sterke band met haar familie., enz. Het is zelden schokkend of opzienbarend, maar het is wel warm en menselijk, bescheiden, en eerlijk (veel persoonlijks wordt ons zonder schroom medegedeeld ) en daarom juist interessant. Vind ik. Over dat ze een poosje een bevriende grootmeester Miles te logeren hadden. U weet wel die schaker die ooit een toernooi speelde liggend op een bed wegens rugklachten, die berucht was omdat hij zeer hoorbaar winden liet tijdens zijn partijen, die ooit tegen wereldkampioen Karpov ‘s 1. e4 tot grote consternatie van het publiek antwoordde met 1. …. a6 en … won! Sziva vertelt dat deze vis na drie dagen niet fris meer was en dat ze hem er na een week weer uitgooiden.
En vaak leuk. Bijv. de belevenissen met het damesteam bij de abominabel slecht georganiseerde Olympiade 1998 in Kalmukkië: met drie dames (met Peng en Lanchava) op één kamer, door het eten met een voedselvergiftiging in het ziekenhuis belanden. Opgesloten zitten op een WC wegens bezwijkend nieuw slot.
Dat ze echt goed kon schaken blijkt uit veel van haar partijen. Bijv. eentje uit het NK van 1999. Ze was niet in geweldige schaakconditie, want ze was 5 maanden zwanger, en was zeer vermoeid. Haar tegenstandster echter ook. Peng, de record-kampioene, was 6 maanden zwanger en fysiek ook niet optimaal. Toch stonden ze samen bovenaan. Het ging om het Nederlands Dames – kampioenschap. Sziva won. Het valt mij op hoe eindeloos geduldig de aan elkaar gewaagde dames blijven manoevreren. Veel zetten lijken geen ander doel te hebben dan te wachten tot de ander haar geduld verliest.
Ze verklapt ook dat ze wel eens aan psychologische oorlogvoering deed. Bij een Olympiade had haar tegenstandster te lang in de zon gezeten en was knalrood verbrand. Sziza “overlaadde haar tevoren met informatie over huidkanker” “ Lalic beweerde zich zo ontzettend overrompeld gevoeld te hebben door mijn uitleg dat ze geen gezonde zet meer kon vinden.” Maar Miles en Suzan Polgar vonden het gewoon een briljante partij van Sziva.
Twee keer deed ze in de voorrondes voor het NK voor mannen mee. Twee keer bereikte ze de halve finale, De bovenste twee doen mee in de finale. Sziva werd uiteindelijk vierde. Bijna sensatie. Nooit zat er en vrouw bij in de mannenfinales NK.
Hieronder haar partij tegen Knoppert ( Elo 2340 ) , NK 1994
In het laatste hoofdstuk “Het einde of een nieuw begin ” blikt ze samenvattend terug op wat het leven haar bracht: “Het gat dat het overlijden van Johan van Mil achter liet was op geen enkele manier te vullen. “ Maar nu wat ouder en wijzer,weet ik al te goed dat dit de prijs is die je voor een grote liefde betaalt” ”Toch past een bewogen leven met echte liefde en veel pijn me beter dan een lang en saai leven met zijn middelmatigheid.”
Ze is dan wel gestopt met professioneel schaak en toernooien, ze schaakt nog steeds. Zonder openingenstudie e.d En toch sterk! Getuige enkele partijen, waaronder een miniatuurtje. Om het clubkampooenschap. Dit vind ik wel de allerleukste partij van het hele boek! Om zo op de club ingemaakt te worden! En door een vrouw! ( Denk ik niet, maar hij? ) Nou ja, wel door een Nederlands Kampioene.
In 2020 was ze nog clubkampioen van WLC Eindhoven. Zij het na een onvolledig seizoen.
“ Betoverd” Waardoor? Door een spel en een schaker. Een boeiend verhaal dat niet alleen over schaken gaat maar ook over een mensenleven met dromen, plannen en tegenslagen, met plezier en verdriet. Maar ook veel leuke schaakpartijen. Dat ook.
Heel mooi boekje!
Erika Sziva “Betoverd” Uitgeverij De beste zet, 2020
Eindcorrectie moet nog plaatsvinden
Weer een boeiend artikel van jouw hand. Prettig om te lezen. BEDANKT.
Met groet
Kees